Zondag 13 juni 2004 vertrok de Boeing 747 'Johor Baru' van Malaysia Airlines anderhalf uur te laat van Schiphol. Toch kwamen we precies op tijd aan op KLIA ofwel Kuala Lumpur International Airport. Op het schermpje voor ons stond meermalen een snelheid van boven de 1000 km per uur.
Op KLIA was het om half zeven 's morgens nog donker, heel warm en door de regen nat maar na een half uur scheen volop de zon.
De rit van KLIA naar de stad zelf duurt een klein uurtje; van verre zie je de Petronas towers.
Die zijn gigantisch hoog met hun halve kilometer. De verbindingsbrug ligt al op 170 m.
De monorail is een uitkomst als je de city snel wil verkennen en je koelt er ook lekker in af, wat ook geldt voor de metro. De stations zijn helemaal afgeschermd van de tunnels voor de airco.
Met de metro kwamen we onder meer bij de Masjid Jamek, de grote moskee.
Bij Petaling Street ligt de Chinese wijk. Dat is makkelijk bereikbaar met de monorail. Je loopt binnen een minuut of 5 vanaf het station naar de wijk. Om te eten bijvoorbeeld. Eerst even langs de honderden stalletjes schuifelen en dan bij de restaurantjes kijken waar je het er lekker en gezellig uit vindt zien.
Rond een uur of zes moet je niet rekenen op een taxi. De chauffeurs die wij aanspraken vonden het verkeer te druk. De monorail is dan werkelijk een uitkomst.
Twee dagen later zijn we in Hanoi. Het hotel ligt er fraai bij en door de hoogte is veel te zien. Onder meer het gekrioel op straat. Vooral bromfietsen.
Helaas werkt het vensterglas niet mee aan een duidelijk plaatje.
Bij het mausoleum van oom Ho is het ook weer erg warm. Oom Ho zelf ligt er koel en wasbleek bij. Ze zijn hem nog niet vergeten want een oneerbiedige hand in de broekzak levert een tik op: "aus de zak holen". Eerbiedig langs de kist lopen, niets zeggen en kijken.
In de Xy clo bar (De Cyclo-bar) stonden bedjaks als stoelen. Daar lunchten we. Van de ene cyclo in de andere, een tochtje door Hanoi. Straten hebben van oudsher een vaste ambacht, dus de straat van de schoenmakers, de straat van de pottenbakkers.
De tocht eindigde bij de temple of literature, de oude universiteit.
Vroeg in de avond zagen we een voorstelling van het waterpoppentheater. Dat is zelfs voor volwassenen een leuk amusement. Hier zijn twee spuwende draken zichtbaar.
Ruim 100 km ten oosten van Hanoi.
Een paar van de 3000 eilandjes bij Ha Long Bay. UNESCO heeft het gebied in de golf van Tongkin op de wereld-erfgoedlijst gezet.
Ruim 100 km ten zuiden van Hanoi. Een prachtige natuur en een bijzondere belevenis. Vroeger waren er gevlochten rieten manden die als bootjes dienden, maar de vooruitgang heeft er aluminium roeibootjes van gemaakt. Tam Coc, je wordt gevaren over een ondiepe rivier, op de ondiepe oeverkanten teelt men rijst. Je vaart door een stel grotten. De mensen zijn volop aan het werk, handwerk wel te verstaan, er is geen machine te vinden.
maleisie
vietnam
Vinh woont in Hoa Lu en lijkt met haar voorkomen en 1 meter 55 een jaar of 18, maar ze is 29 jaar en heeft 2 kinderen. Ze verkoopt water aan toeristen en wappert ze met haar rijsthoed koelte toe.
Hoa Lu was rond het jaar 1000 de hoofdstad van Vietnam. Er staan nog een paar stenen gebouwen.
Op deze idyllisch plek overwogen wij een stukje grond te kopen.
Vietnam Airlines bracht ons van Hanoi naar Hue, de oude keizerstad.
Bij de citadel is tijdens Tet-1968 verschrikkelijk gevochten, maar daar zie je niet zo veel van. De citadel is een ommuurde (3x3 km) plaats waar de keizer zijn verblijven had. Hier de binnenplaats.
Door Hue stroomt de Welriekende of Parfum Rivier, zo genoemd naar de geuren die de grassen verspreiden.
Op de rivier varen voornamelijk rijstboten en sampans.
Bij deze Pagode staat een Morris Minor uit de vijftiger jaren. Met deze auto reed in 1963 een boeddhistische monnik naar een plein in Hue, overgoot zich met benzine en stak zich in brand. Uit protest tegende katholieke president die de boeddhisten te weinig ruimte gaf.
Hoi An. Ook op de wereld erfgoedlijst.
De VOC kwam hier al in de 17e eeuw om handel te drijven. De japanners ook, vandaar de Japanse brug.
's Morgens vroeg is de vismarkt. In de vele wateren rond Hoi An wordt op allerlei manieren en op alles gevist.
De marktvrouw is heel erg vriendelijk, ook al is het nog geen zeven uur.
Op weg naar Da Nang, Vietnam is daar op z'n smalst, moet je de Wolkenpas over.
Da Nang, waar de Amerikanen in 1965 landden en de 2e Vietnam-oorlog echt begon.
Da Nang is nu de 3e stad van Vietnam.
Op de achtergrond de Marmerbergen.
Het grote strand van China Beach bij Da Nang, waar de Amerikanen verpozing zochten.
Hier stond de grootste basis van de Amerikanen. Het enorme complex met vliegveld, hangars, depots en legerplaats van Chu Lai. Het is nu kaal en zanderig, maar er ligt vrijwel niets meer.
Vietnamezen zijn net grote stofzuigers.

.
Een zwarte bladzijde in de Vietnam-oorlog. In het gehucht My Lai vielen in 1968 honderden doden. De zwarte plekken in de bomen zijn kogelgaten van de M-16 geweren
De waterbuffels hebben het warm, dus die zoeken ook maar het zwembad op, zagen wij zittend op de rand ervan.
Highway number one
Langs de kant van de weg ligt rijst te drogen.
volgende pagina
naar tweede pagina